Hoofdstuk 185
Cathy beet op haar lippen en staarde naar de man voor haar.
Ze kon niet opstaan.
De scherpe pijn in haar been maakte haar duidelijk dat ze zichzelf had verwond.
De glans van het mes in de regen was angstaanjagend.
Ze lag uitgestrekt op de grond en probeerde met haar armen afstand tussen hen te creëren. "Ik koester geen wrok tegen jou..."