Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 9
Engel
Terwijl ik de kathedraal binnenloop, loop ik door het gangpad en merk ik nauwelijks dat er lege banken zijn.
Vader Parisi komt uit de biechtstoel en zodra zijn ogen op mij vallen, haast hij zich naar mij toe. “Meneer Rizzo. Dit is onverwacht.”
Ik ben geen gelovig man en de muren van dit gebouw laten mij zelden zien. Ik kan dus wel begrijpen waarom hij verbaasd is dat ik hier ben.