Hoofdstuk 68 Grootvaders brief
"Lilah, nadat ik dit allemaal met je heb gedeeld, voel ik me ontlast. We hebben al zoveel jaren bij je in het krijt gestaan en ik ben me daar terdege van bewust. Dus als mijn tijd komt, laat ik alles wat ik bezit aan je na, in de hoop dat het enigszins goedmaakt wat er in het verleden is gebeurd. Ik wil dat je je leven in de richting stuurt die je kiest en er geluk in vindt.
Ik heb mijn eigen egoïsme ingezien. Wat had ik graag wat langer willen blijven, je meer beschermd, iets groters voor je achtergelaten. Maar ik heb altijd geweten, Lilah, dat je een scherpe geest hebt, scherper dan de meesten, al sinds je klein was. Ik twijfel er niet aan dat je in de komende jaren een prachtig leven zult leiden, vol vreugde.
Met alle liefde, je opa."