Hoofdstuk 94
Deen.
Neah kan haar ogen niet van de dode Lycan afhouden. Een kleine glimlach siert haar gezicht. Dag na dag lijkt haar duisternis een beetje meer naar buiten te sijpelen.
"Ken je hem?" vraag ik.
Deen.
Neah kan haar ogen niet van de dode Lycan afhouden. Een kleine glimlach siert haar gezicht. Dag na dag lijkt haar duisternis een beetje meer naar buiten te sijpelen.
"Ken je hem?" vraag ik.