Hoofdstuk 361
"Kom op." Hij staat op en steekt zijn hand uit. "Hoe graag ik ook bij jou zou willen liggen, Klaus is onderweg."
"En jij hebt al mijn kleren gescheurd," mompel ik terwijl ik me door hem laat overeind trekken.
Hij loopt naar het shirt dat hij aan een tak had gehangen en geeft het aan mij. "Waarom denk je dat ik dit uit heb gedaan?" Hij drukt zijn lippen op mijn wang en loopt dan naar de beek om zichzelf schoon te maken.