Hoofdstuk 27
Deen
Cassandra hoest terwijl mijn vingers zich om haar keel klemmen. Haar eigen vingers klauwden wanhopig naar mijn handen, in de hoop dat ik haar zou bevrijden.
" Ben je het aan het laten groeien?" vraag ik, terwijl ik mijn greep loslaat, net genoeg om haar te laten praten.