Hoofdstuk 16
STANDPUNT VAN DE AUTEUR
Aiden en Fiona lagen op het bed. Ze konden allebei niet meer slapen, hoe hard ze ook probeerden.
Aiden stond meteen op. "Wil je iets doen? Misschien praten? Ik kan onmogelijk naar bed gaan met zoveel spanning tussen ons", zei Aiden. Fiona schudde haar hoofd. Ze wilde geen gesprek met hem voeren. Ze had het gevoel dat ze de controle over zichzelf zou verliezen als ze het in deze toestand zou wagen om met hem te praten.