Hoofdstuk 4
FIONA'S STANDPUNT
Ik voelde mijn gezicht rood worden van schaamte en woede. Hoe kon hij zoiets zeggen? Zeker na wat er gisteravond tussen ons is gebeurd. Ik stond op, klaar om te vertrekken, maar Aiden greep mijn pols en trok me terug op mijn stoel.
"Rustig maar, Fiona. Ik plaag je maar," zei hij met een grijns op zijn gezicht.