Hoofdstuk 59
Ik stapte snel uit de auto. Julian zuchtte, zette de auto in de parkeerstand en stapte ook uit.
"Hier, Piper," zei Nicholas, terwijl hij naar de ruimte naast hem wees. Gehoorzaam ging ik waar hij heen stuurde.
Zachtjes vroeg hij mij: "Gaat het?"