Hoofdstuk 279
De koning en koningin zaten aan hun tafel en aten hun ontbijt.
" Nicolaas?" zei de koning toen hij mij zag. "Je ziet er verschrikkelijk uit."
"Ik heb een reden." Ik liep naar hem toe en liet hem de beelden op mijn telefoon zien.
De koning en koningin zaten aan hun tafel en aten hun ontbijt.
" Nicolaas?" zei de koning toen hij mij zag. "Je ziet er verschrikkelijk uit."
"Ik heb een reden." Ik liep naar hem toe en liet hem de beelden op mijn telefoon zien.