Hoofdstuk 538 Verachtelijke man
Matthew rende naar Lilji en stopte bij het adres dat Benny hem had gegeven. Het gebouw voor hem was duidelijk oud en verwaarloosd.
Hij stapte uit zijn auto, zijn gezicht stond zuur, en sloeg het portier achter zich dicht.
Toen Matthew merkte dat de deur op een kier stond, duwde hij zichzelf naar binnen. Een vreemde geur verspreidde zich door de lucht, waardoor hij instinctief zijn neus bedekte.
De eerste verdieping was verlaten. Hij belde snel Benny. "Ik ben aangekomen. Waar ben je?"
"Boven." Het korte antwoord van Benny kwam.