Hoofdstuk 399
“ Hou alsjeblieft op met je zo te gedragen, meneer Franklin. We zijn slechts vreemden, dus dit stoort me.”
Amanda deed alsof ze kalm was en keek boos naar de man tegenover haar.
Zodra ze haar woorden uitsprak, verscheen er een onbeschrijfelijke glimlach op Miles' gezicht.
Een seconde later galmde zijn koude stem door de auto.
“ Vreemden? Ah, het blijkt dat u geen enkel probleem hebt om een vreemde te trakteren op een maaltijd en in de auto van een vreemde te stappen, mevrouw Dickerson. Maar aangezien u dat denkt, mevrouw Dickerson, vind ik het niet erg om u te leren kennen.”