Hoofdstuk 288
"Ik kan niet wachten om terug te gaan naar de compound, ik wil trainen en hard rennen, mijn lichaam heeft het nodig. Ik voel me nu zo lui." zeur ik tegen Mina in onze gedeelde kamer van het huurpand.
We zijn net terug van winkelen en een etentje met een andere eerstejaarsstudent die we een paar weken geleden hebben ontmoet. We hebben het voor elkaar gekregen om mensen vriendelijk te houden, maar op afstand. We gaan niet naar mensen toe en zij komen niet naar ons toe. Een overbezorgde 'oom' doet wonderen om een bepaald niveau van scheiding te behouden.
"Ik kan niet wachten om terug te gaan en de hot tub te gebruiken. Mijn voeten doen pijn."