Hoofdstuk 100
De tovenaar bleef op mij afkomen, want hij wist dat dit een gevecht was dat hij waarschijnlijk niet zou winnen.
Ik had de draconite aan mijn kant, wat voor niemand goed was behalve voor mij.
Maar dat weerhield hen niet.
De tovenaar bleef op mij afkomen, want hij wist dat dit een gevecht was dat hij waarschijnlijk niet zou winnen.
Ik had de draconite aan mijn kant, wat voor niemand goed was behalve voor mij.
Maar dat weerhield hen niet.