Hoofdstuk 106
Ze beefde van angst toen ze een man uit haar duistere verleden zag. Ze schudde haar hoofd om van de afschuwelijke man in haar blikveld af te komen, daarna sloot ze haar ogen stevig en opende ze ze weer, wijzend naar de stoel van de man.
‘ Godzijdank!’ mompelde ze met koud zweet.
De stoel was leeg.